Mobiele telefoon halve eeuw oud


Vandaag viert de mobiele telefoon zijn vijftigste verjaardag. Op 3 april 1973 werd voor het eerst een telefoongesprek gevoerd met een dergelijk toestel. De eerste mobiele telefoons waren zo groot als bakstenen en vooral populair bij effectenmakelaars. Tegenwoordig zitten krachtige minicomputers in elke broekzak.

Op Sixth Avenue in New York voerde ingenieur Martin Cooper van Motorola het eerste draagbare mobiele telefoongesprek in het openbaar. Dat deed hij met een DynaTAC. De oproep verbond hem met een basisstation dat Motorola had geïnstalleerd op het dak van een nabijgelegen flatgebouw en met het vaste telefoonsysteem van AT&T.

Cooper belde een vriend die werkte bij een concurrent van Motorola. De eerste woorden waren ‘Joel, dit is Marty. Ik bel je met een mobiele telefoon, een echte draagbare mobiele telefoon.’

Daarna belde Cooper ook nog met een journalist, terwijl hij de straat overstak. Toen was de batterij leeg, die ging maar 25 minuten mee. Bovendien dreigde hij buiten het bereik van het basisstation te raken. Maar ondanks dat bescheiden begin, was het hek van de dam. Binnen enkele jaren gebruikten meer mensen in New York de mobiele telefoon. Ze waren echter duur – 4000 dollar per stuk – en onhandig. Pas in de jaren negentig konden Europese bedrijven als Ericsson en Nokia de telefoon zo klein maken, dat het gebruik enorm toenam.