Op White Island bij Nieuw-Zeeland zijn zestien mensen omgekomen bij een vulkaanuitbarsting. Dat is weinig in vergelijking met de hoeveelheid slachtoffers die een andere toeristenmagneet zou kunnen maken. De Tangkuban Perahu (‘omgekeerde boot’) is niet alleen een geliefd uitstapje voor inwoners van de nabijgelegen steden Jakarta en Bandung, IndonesiĆ«rs bouwen ook dicht bij de vulkaan.
In juli van dit jaar gaf de Javaanse vulkaan al een klein voorproefje, toen een van de drie kraters op de top zonder enige waarschuwing lava, stoom en gas begon te spuwen. Op dat moment waren waarschijnlijk enige honderden mensen op de top, ze scheurden met auto’s en brommers naar de veiligheid. Toen het gerommel een week later ophield, kwamen de toeristen en zij die geld aan het toerisme verdienen gewoon terug.
Op de top werken tientallen mensen. Ze baten mobiele eethuisjes uit en verkopen souvenirs. Maar steeds meer mensen gaan ook vlakbij de vulkaan wonen. Het nabijgelegen stadje Lembang kruipt langzaam tegen de helling op, waardoor nu al duizenden mensen in de gevarenzone wonen.
Want onschuldig is de Tangkuban Perahu absoluut niet. Er zijn zeventien erupties geweest in de afgelopen twee eeuwen. Vele daarvan zeer krachtig. Wat de vulkaan extra gevaarlijk maakt, is dat hij daarbij grote hoeveelheden dodelijk gas uitspuwt. Niet voor niets staat de noordelijke kant van de vulkaan bekend als de ‘vallei des doods’.
De Indonesische vulkanologische dienst PVMBG heeft het alarmniveau nu op ‘normaal’ staan, maar maakt ook bekend dat de vulkaan zeer onrustig blijft sinds de uitbarsting in juli. Het is niet de vraag of er een uitbarsting komt, maar wanneer. En hoeveel mensen daarbij zullen omkomen.