De voetbalwedstrijd begint. De scheidsrechter werpt een muntje op om te bepalen wie aftrapt. Volstrekt eerlijk toch? Nou, niet helemaal. Nieuw onderzoek geeft namelijk aan dat het geen 50/50 is op welke kant de munt terecht komt. Een slimme speler kan de toss dus beïnvloeden.
Wetenschappers van onder andere de Universiteit van Amsterdam gooiden meer dan 350.000 keer een munt op om te kijken welke kant boven zou landen. Ze gebruikten verschillende munten om de test eerlijk te maken. Er is eerder onderzoek gedaan naar de toss, maar nooit met zo’n uitgebreid experiment.
Uit al dat geëxperimenteer bleek dat een munt in 50,8 procent van de gevallen valt op de kant die boven lag toen de opgooi begon. Dat lijkt niet veel, maar als er veel afhangt van een toss, kan het je net een voordeel geven. Dat maakt de kans dat je wint zelfs al groter dan precies 21 halen bij een spelletje Blackjack met vijf andere spelers.
Waarom valt het muntje vaker in de beginstand? Omdat die kant tijdens het tuimelen een fractie vaker boven ligt dan de andere zijde van de munt. Daardoor neemt de kans dat de munt zo landt een klein beetje toe.