Het is een van de eerste dingen die ouders van een pasgeboren kind doen: vingers en tenen tellen. Vrijwel altijd zijn het er vijf per ledemaat, hoewel er een aandoening is die polydactyly heet, waarbij mensen meer hebben. Dat laatste fascineert wetenschappers, omdat mensen prima kunnen leven met die extra vinger per hand. Sterker nog, het lijkt handig. Zou je er ook voor kunnen kiezen om een vinger extra te hebben?
Daarom deed de Université de Montpellier in Frankrijk een experiment. Ze maakten een robotvinger die mensen konden bedienen door het aanspannen van een spiertje in hun arm. Een algoritme liet de vinger onafhankelijk van de rest van de hand bewegen. Bovendien was de vinger gevoelig, sensoren die druk waarnamen, gaven dat door aan een plaatje in de handpalm dat die druk doorgaf aan de hand.
Het bleek dat mensen binnen een uur met de extra vinger konden omgaan. Ze konden er zelfs piano mee spelen. Onder een MRI-scanner bleek dan ook dat de menselijke hersens de extra vinger zagen als een onderdeel van het lichaam. Dat betekent dat ze binnen korte tijd vergeten waren dat het een extern instrument was. De Fransen denken dat we daarom heel snel aan dit soort protheses zouden kunnen wennen.