Waarom sommige mensen het nooit koud hebben


Hij schaatst in zwembroek over het ijs. Onder hem kraakt het en ineens ligt hij in het ijzige water van de gracht. Zonder dat het hem iets lijkt te deren. Hoe kan dat? Het fascineert wetenschappers al langere tijd dat sommige mensen het nooit koud hebben. Nu weten ze waarom.

Het Karolinska Institutet in Zweden liet 32 gezonde jongemannen in een bad zitten met water van een barre 14 graden. De onderzoekers wachtten tot de lichaamstemperatuur van de mannen was gezakt tot 35,5 graden. Vervolgens keken ze naar de spieractiviteit van de mannen.

Ook werd materiaal uit hun spieren verzameld. Vooral dat laatste bleek inzicht te geven waarom een vijfde van de mannen fluitend in het ijskoude bad zat. Ze misten het eiwit alfa-actinin-3 in hun spieren. Het is dit eiwit dat spieren heel snel laat aanspannen en ontspannen: rillen. De spieren van de mannen zonder het eiwit bewogen dan ook veel langzamer.

Die langzame bewegingen zorgen voor een veel efficiëntere verwarming van het lichaam. Volgens de onderzoekers is de langzame beweging een genetisch trucje van het lichaam dat al heel oud is. Toen mensen 50.000 jaar naar koudere streken trokken, konden maar heel weinig mensen dat. Door de evolutie kregen meer mensen die aanpassing. Ze schatten dat 1,5 miljard mensen in de wereld zulke langzaam bewegende spieren hebben.

Zit je ook lachend in je zwembroek in de sneeuw? Dan heb je het waarschijnlijk ook. Je zult alleen op de Olympische Spelen nooit een medaille winnen op de sprint. Daarvoor heb je de snel bewegende spieren nodig die 50.000 jaar geleden heel normaal waren.