Sneeuwduinen, Elfstedenkoorts en afgesloten wegen: het lijkt hier ineens wel Rusland. Maar hoe kan dat? Dankzij een atmosferisch fenomeen dat zeldzaam is en zich hoog boven onze hoofden afspeelt.
Dit weer danken we aan de stratosfeer, een luchtlaag tussen 16 en 50 kilometer boven de zeespiegel. Elk winter vormt zich daar boven de Noordpool de polaire vortex, een wind die constant rondjes rond het noordelijkste puntje van de wereld. Deze draaikolk van lucht draait tegen de klok in als een gigantisch lagedrukgebied en verplaatst zo de lucht van west naar oost. Deze sterke westenwinden slepen warme oceaanlucht mee.
Als de polaire vortex intact is, is het weer bij ons stormachtig en zacht, zoals in januari en februari vorig jaar. Maar zo nu en dan warmt de stratosfeer plotseling op, met enorme gevolgen voor de heersende stromingen. De polaire draaikolk breekt daardoor in twee kleinere draaikolken. Als gevolg daarvan kan de circulatie boven het noordelijk halfrond volledig van slag zijn, waarbij oostenwinden dan de overhand krijgen in de lucht.
Dit verhoogt aan de grond de kans op het uitbreken van ijzige polaire lucht naar het zuiden. Meteorologen zagen dat fenomeen rond 5 januari al ontstaan, zodat ze de huidige kou goed konden voorspellen. Op 36 kilometer hoogte draaide de wind van west naar oost, koude lucht begon zich naar het zuiden te bewegen.
Hoe lang duurt dat? Dit soort fenomenen kunnen best lang aanhouden. Sommige meteorologen voorspellen een zeer koude maand februari.