Plastic is overal om ons heen. In ons drinkwater, in de lucht, in ons lichaam. Kunststof in onze omgeving breekt in steeds kleinere deeltjes. De allerkleinste zijn zo miniem dat ze overal tussendoor glippen en letterlijk onze wereld hebben overgenomen. Maar er is een plek waar wetenschappers dachten dat het niet kon komen: de hersens.
Tot nu toe.
Wetenschappers uit Zuid-Korea hebben muizen gevoerd met een dieet van normaal voedsel en plastic. Die muizen zijn daarna ontleed. Wat bleek? Het plastic had zelfs de hersens bereikt. Het brein is bij alle zoogdieren min of meer afgesloten van de rest van het lichaam. De zogenoemde bloed-hersenbarrière zorgt dat schadelijke stoffen ons denkcentrum niet kunnen bereiken. Zo zou plastic ook niet naar de hersens kunnen komen. Was de theorie.
Maar er zat dus wel plastic in de muizenhersens, aldus het Daegu Gyeongbuk Instituut, dat publiceerde in het vakblad Science of The Total Environment.
Met levende mensen kunnen dergelijke experimenten natuurlijk niet worden gedaan. Maar in het laboratorium konden de Zuid-Koreanen wel met menselijke hersencellen aan de slag. Ook daarbij bleek dat de hersencellen het plastic absorbeerden. Vooral de menselijke microglia, de afweercellen van de hersens, namen zeer klein plastic gewoon op, net als bij de muizen.
Behalve een naar idee, is het potentieel ook gevaarlijk. Het microplastic kan ontstekingen veroorzaken en de normale werking van het brein storen, schrijven de Koreanen in hun rapport.