Weer verlaten de Engelsen een voetbaltoernooi na een mislukte strafschop. Waarom zijn ze daar zo slecht in?
Wat een baan: honderden strafschoppen op EK’s en WK’s bekijken en turven wie scoort en wie niet. Toch is dat wat de Noorse sportpsycholoog Geir Jordet heeft gedaan. Zijn conclusie? Nederlanders en Engelsen zijn prutsers, Duitsers zijn bij een strafschoppenserie bijna zeker van de volgende ronde. Slechts één keer verloren de Duitsers een belangrijke wedstrijd door het nemen van penalty’s. De overige vijf keren dat het bij een groot toernooi op een strafschoppenserie aankwam, wonnen de Duitsers allemaal.
De grootste prutsers zijn de Engelsen, zo blijkt uit het onderzoek. Tussen 1990 en 2006 moesten ze zes keer bij een EK of WK penalty’s nemen om de wedstrijd te beslissen. Vijf keer ging dat mis, waarvan twee keer tegen Duitsland (1990 en 1996).
Sportpsycholoog Geir Jordet weet waarom de Engelsen en de Nederlanders zo slecht scoren bij strafschoppen. In het Journal of Sport Sciences schrijft hij dat in beide teams meestal veel grote internationale sterren spelen. De druk op die spelers om te presteren is groter dan op leden van de Mannschaft waar de meeste spelers in de eigen competitie actief zijn.
Jordet heeft ook gemeten hoe lang een strafschop duurt. De Engelsen zijn het snelste, gemiddeld 0,28 seconden na het fluitsignaal beginnen ze met hun aanloop, gevolgd door de Spanjaarden (0,32 seconden) en de Nederlanders (0,46 seconden). Duitsers zijn koele kikkers die 0,64 seconde wachten, terwijl de Fransen zelfs een hele seconde voorbij laten gaan.
Volgens Jordet vertonen de Engelsen (en de Nederlanders) vluchtgedrag; ze willen de penalty zo snel mogelijk achter de rug hebben. Ook kijken ze de keeper veel minder aan dan bijvoorbeeld Duitsers, dat op onzekerheid duidt. Zijn tip? Neem de tijd voor een strafschop, kijk de keeper langdurig indringend aan en schiet dan hard en zuiver in.