Kiezers op de flanken en zwevers boos en teleurgesteld


Aanhangers van partijen aan de uiterste linker- en rechterflank van ons politieke stelsel voelen meer wantrouwen, boosheid en afkeer ten opzichte van de politiek en minder hoop dan aanhangers van centrumpartijen. Dit blijkt uit een representatief onderzoek naar emoties en vertrouwen onder 2.400 Nederlandse kiezers door de Vrije Universiteit.

Het team vroeg respondenten naar hun emoties als ze aan politiek denken. De resultaten laten zien dat wantrouwen vooral wordt gevoeld door aanhangers van de BBB (74 procent), PVV (82 procent) en FvD (80 procent). Maar diezelfde emotie wordt ook gevoeld door zwevende kiezers (61 procent) en aanhangers van de SP (69 procent), de Partij voor de Dieren (53 procent) en NSC (57 procent).

Dit in tegenstelling tot kiezers van de VVD, CDA en D66, waarvan een minderheid deze emotie voelt.

Vooral rechtse kiezers zijn somber: FvD-aanhangers geven de Nederlandse democratie bijvoorbeeld een gemiddeld rapportcijfer van 3,2; PVV-kiezers zijn niet veel positiever met een score van 4,2. Dit in tegenstelling tot D66, VVD en Pvda/GroenLinks aanhangers, die hun vertrouwen in de democratie met een voldoende beoordelen. NSC- en SP-aanhangers vallen in het midden, met een mager zesje.

Wantrouwen lijkt hand in hand te gaan met boosheid onder rechtse kiezers, vooral gevoeld door aanhangers van de BBB (31 procent), PVV (44 procent) en FvD (42 procent). Aanhangers van de SP, die vrij hoog scoren op wantrouwen (69 procent), voelen opvallend weinig boosheid (22 procent).