Ons uiterlijk verraadt veel over van welke voorouders wij onze genen hebben geërfd. Lichte ogen en bruin haar kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van jagersgenen uit het stenen tijdperk. Een sterk, lang postuur en zwart haar gaan vaak terug op genen van steppe-nomaden uit de Bronstijd.
Licht haar, een tenger postuur en een vrij trage hartslag hebben wij daarentegen te danken aan de eerste boeren die in het Neolithicum uit Anatolië migreerden.
Een team van de Universiteit van Tartu in Estland heeft dit voor het eerst in meer detail onderzocht. Ze keken of een bepaalde eigenschap, zoals lichte ogen of een neiging tot bepaalde bloedwaarden, samenhangt met het dragen van meer genvarianten van een bepaalde hoek van de wereld.
Om daar achter te komen, hebben de onderzoekers een vergelijking uitgevoerd bij ongeveer 50.000 mensen die DNA hebben afgestaan. Ze keken naar eigenschappen als bouw, haar- en oogkleur, bloedwaarden, hartslag en handvaardigheid. Uit welke hoeken van Europa – en de wereld – waren die afkomstig?
Europa is altijd een genetische smeltkroes geweest. De allereerste Homo sapiens kwamen ongeveer 45.000 jaar geleden uit Afrika. De jagers-verzamelaars uit het stenen tijdperk van ons continent stamden van hen af. Zij werden ongeveer 7.500 jaar geleden gevolgd door immigranten uit Turkije en het Midden-Oosten. In de Bronstijd, ongeveer 5000 jaar geleden, volgden steppe-nomaden uit het Oosten.
Deze prehistorische populaties hebben hun handtekening achtergelaten in het uiterlijk van de hedendaagse mens, schrijven de onderzoekers in Current Biology. Maar, zo benadrukken ze, het zegt niet dat je bepaalde genen meer hebt dan anderen. Ze zijn alleen soms beter aangegaan op bepaalde plekken in het lichaam.