Over duizend jaar kijkt een archeoloog nieuwsgierig naar het blokje met daarop zes puntjes. Waar gebruikten mensen dat toch voor? Zij en haar collega’s vinden de blokjes overal, in verschillende kleuren. Soms zijn er uit hetzelfde materiaal ook poppetjes. Zou ze ooit kunnen vermoeden dat het om Lego gaat, een speelgoed uit de twintigste en eenentwintigste eeuw?
In 1997 sloegen bij een storm vijf miljoen stukjes Lego van een containerschip op de Atlantische Oceaan. Het inspireerde onderzoekers van de University of Plymouth in Groot-Brittannië tot een studie. Hoeveel blokjes zouden aanspoelen en waar? Zo begon het Lego Lost at Sea Project. Duizenden van de blokjes zijn sinds die tijd ingeleverd bij de onderzoekers, die nu de balans opmaken.
Niet alleen komen de blokjes uit een enorm gebied – zelfs op Texel en in Texas zijn ze gevonden – ze tonen ook aan dat Lego zeer stevig is. Het plastic is na decennia in het water vaak nauwelijks aangetast. Omdat er bepaalde sets Lego overboord zijn geslagen, is makkelijk na te gaan of het om Lego gaat die in 1997 overboord sloeg, of andere blokjes.
Hoewel de blokjes niet meer glanzen en soms zijn vervormd, zijn ze structureel nog steeds intact. Lego wordt gemaakt van acrylonitriel butadiene styreen, een kunststof die zeer goed tegen een stootje kan. Zo goed, dat de blokjes over duizend jaar nog intact zouden moeten zijn, denken de onderzoekers. Behalve de vijf miljoen van het containerschip zijn waarschijnlijk twee miljoen blokjes op andere manier in de wereldzeeën terechtgekomen.
(Environmental Pollution)