Uit een enquête onder academici blijkt dat bijna een op de vijf een ervaring heeft met ongeïdentificeerde anomale fenomenen, of UFO’s. Alleen vertellen ze dat anderen vaak niet. Dat wijst volgens de onderzoekers op de noodzaak het stigma rond waarnemingen op te heffen en het onderzoek te verbreden.
In een in het gerenommeerde blad Nature gepubliceerd artikel zegt een drietal wetenschappers van de University of Louisville 1.460 docenten en professoren met een vaste aanstelling aan 144 grote Amerikaanse onderzoeksuniversiteiten te hebben ondervraagd over hun ervaring met en houding tegenover onderzoek naar UFO’s.
De wetenschappelijke gemeenschap is nieuwsgierig naar UFO’s, maar ze zijn ook sceptisch. Hoewel ongeveer een vijfde van de respondenten zei getuige te zijn geweest van een UFO, koos bijna 40 procent ervoor niet te speculeren wat het was. Een kwart denkt dat UFO’s worden veroorzaakt door natuurlijke gebeurtenissen, 13 procent vermoedt dat een onbekende intelligentie erachter zit.
De Amerikanen onderzoeken UFO’s sinds een jaar op wetenschappelijke manier, via het All-domain Anomaly Resolution Office van het Pentagon. Een goede zaak, zo vinden de meeste ondervraagde academici. Er zou meer onderzoek moeten komen, zonder vooroordeel of angst voor stigma.