In januari 2020 deed zich voor de kust van West-Afrika de langste lawine voor die ooit op aarde is waargenomen. Waarom weten we dat nu pas? Omdat de lawine onder water was. Het maakt het niet minder spectaculair.
Vanaf de monding van de Congorivier raasde een stroom sedimenten door een onderzeese canyon de diepzee in. Pas na 1.100 kilometer kwam de modderstroom tot stilstand. Geen enkele andere aardverschuiving – of het nu gaat om een sneeuwlawine, een lavastroom of een aardverschuiving – is ooit zo ver gekomen. De onderzeese lawine sneed onderzeese kabels door.
De aardverschuiving is nu geïdentificeerd door een onderzoeksteam van de Durham University in Engeland. Bij toeval, tijdens een studie over onderzeese canyons hadden zij verschillende meetboeien verankerd langs de Congo Canyon. Die strekt zich 280 kilometer uit in de diepte van de Zuid-Atlantische Oceaan. Op sommige plaatsen zijn de wanden van de canyon 1.100 meter hoog.
In januari 2020 verdwenen ineens al hun boeien. Ze waren van hun kabels geslagen en dreven naar de oppervlakte. Toen de onderzoekers ze vonden, konden ze de data aan boord bijna niet geloven. Wat ze zagen was een wereldramp, maar niemand die het had gemerkt.
Het sediment raasde met 8 meter per seconde naar beneden en bevatte tot 2.650 miljoen ton sediment, schrijven de onderzoekers in Nature Communications.