Hoe werkt LED verlichting eigenlijk?


LED-lampen verbruiken veel minder stroom dan een gloeilamp, spaarlamp of fluorescentielamp. Maar hoe werken ze eigenlijk?

LED’s zijn geen lampen zoals we die tot nu toe kenden. Er zit bijvoorbeeld geen gloeidraad in. Nee, een LED is een Light Emitting Diode, in het Nederlands: ‘lichtuitstralende diode’. Dat is een technische term voor een halfgeleider die licht straalt op het moment dat er elektriciteit in de goede richting doorheen stroomt. In het midden van de lamp zit een zone die geen stroom geleidt. Daar springen geladen deeltjes over van de ene naar de andere kant van de lamp. Daarbij geven ze licht af.

De kleur van dat licht is afhankelijk van het gebruikte materiaal. Maar ook van de elektronische schakeling en de omvang van de sprong die de deeltjes moeten maken. Moderne LED’s kunnen zo ongeveer alle kleuren van de regenboog tevoorschijn toveren. Daaronder warm wit. Met een zogenoemde rgqb led strip en een afstandsbediening kun je de verlichting de juiste tint meegeven en prachtig variëren met de stemming in een kamer.

LED’s zijn niet groot. Een normaal lampje is maximaal een halve centimeter in doorsnede. Toch geven deze lampjes veel licht, terwijl ze veel minder energie verbruiken. Een LED gaat ook veel langer mee dan een spaarlamp voordat hij kapot gaat. Een gangbare levensduur is tussen de 30.000-50.000 uur. Daarbij is het wel belangrijk dat de warmte van de lamp ergens heen kan. Worden deze lampen te warm, dan gaan ze minder lang mee.

LED’s zijn al in de jaren zestig uitgevonden, oorspronkelijk om lichtsignalen over te brengen. Door verbetering van de bestaande techniek zijn de lampen sinds de jaren negentig ook beschikbaar voor consumenten. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het overheidsbeleid om minder energie te verbruiken.