In elke cel van het lichaam vind je magnesium. Het mineraal zorgt bijvoorbeeld voor onze energiehuishouding. Maar ook voor het goed werken en behouden van onze spieren en botten. Zonder voldoende magnesium zou ook onze hormoonhuishouding compleet in de war raken. Ongeveer vijftig procent van onze magnesiumvoorraad vind je in je botten.
Het is dus belangrijk om genoeg magnesium binnen te krijgen. Veel van dit mineraal kun je via voedingsmiddelen tot je nemen, het zit bijvoorbeeld in noten en groenten als spinazie en erwten. Via de darmen komt het magnesium uit deze voeding in je lichaam om daar zijn werk te doen. Het je te veel binnengekregen dan gaat het via de nieren en urinewegen naar buiten. Het lichaam bepaalt zelf hoeveel genoeg is.
Maar zelfs in onze moderne maatschappij kan een magnesiumtekort heel makkelijk optreden. Door het veelvuldig gebruiken van kunstmest kan de grond waarop spinazie groeit zo magnesiumarm worden, dat er niet genoeg in het voedsel zit, zo is uit onderzoek gebleken. Zelfs als je genoeg groenten eet en denkt heel gezond bezig te zijn, kun je dus na verloop van tijd een tekort opbouwen. Je voelt dan een grote vermoeidheid en je hebt in niets zin. Bij een langdurig tekort aan magnesium krijg je symptomen als zenuwirritatie, pijn in je spieren, stoornissen van het hartritme en maagkramp.
Ook door een slecht dieet, diarree of alcohol kunnen dergelijke tekorten ontstaan. Denk aan een vakantie wanneer je misschien minder gezond eet en iets meer drinkt. Daarom is het belangrijk om te zorgen dat je steeds genoeg magnesium binnenkrijgt. In bepaalde gevallen is het gewoon verstandig om magnesium in te nemen via een voedingssupplement.