Geen diersoort is zo handig met gereedschap als de mens. Dat komt omdat we bijvoorbeeld een hamer zien als een deel van onze arm.
Tot die opzienbarende conclusie komt een team van Franse wetenschappers. Al veel langer vermoeden onderzoekers dat er de mensenhersenen beter zijn ingericht op gereedschap dan bijvoorbeeld het brein van een otter. Maar dankzij uitgebreide experimenten weten we nu precies wat er tussen onze oren gebeurt als we een knijptang gebruiken.
Proefpersonen werd gevraagd met een soort kermisgrijpertje een ijzeren kastje op te tillen. Daarna moesten ze hetzelfde doen met hun eigen hand. Bij het tweede deel van het experiment bleken de proefpersonen de actie langzamer en preciezer uit te voeren dan een controlegroep die niet het met grijpertje had gewerkt. Ook hielden ze hun arm onder een andere hoek. Het effect van het werken met het grijpertje hield een kwartier aan.
Conclusie: de hersens hadden het bestaan van het grijpertje verwerkt in de eigen arm. Ze ‘zien’ het grijpertje schijnbaar tijdelijk als een deel van het eigen lichaam.
Dat is ook niet zo gek. Ons lijf en hoe we het waarnemen zijn twee verschillende dingen.
Tijdens een Brits experiment enkele jaren geleden bleek al dat we soms helemaal niet weten wat tot ons lichaam behoort en wat niet. Bij dit experiment werd een tafel gebruikt met een dubbele bodem. Op de tafel lag een niet van echt te onderscheiden kunsthand. De proefpersoon moest zijn hand niet op tafel leggen, maar op een soort steun onder het tafelblad.
Toen werden objecten op tafel gelegd, vlak voor de kunsthand. De proefpersonen werd verteld dat ze die objecten moesten pakken. Bijna alle mensen bewogen hun hand naar voren, in plaats van hun hand eerst onder de tafel vandaan te halen. De zichtbare kunsthand leek hun eigen hand te zijn, ook al voelden ze hem niet.