Ze noemen het de groene revolutie: de enorme slag die is gemaakt bij het beter verbouwen van voedsel tussen 1940 en 1970. Gewassen werden genetisch gemodificeerd om meer voedsel te produceren, kunstmest zorgde voor snellere groei, betere pesticiden voor een efficiƫnte bescherming tegen insecten.

Zo iets dergelijks zou de komende decennia opnieuw moeten gebeuren.
Dat zeggen biologen van de universiteit van Minnesota in de Verenigde Staten. Zij hebben de groei van de wereldbevolking en de toenemende welvaart van veel volkeren in een computermodel doorgerekend en komen tot een onthutsende conclusie: we moeten in 2050 twee keer zo veel voedsel verbouwen als nu.
Dat lijkt een onmogelijke opgave. Maar volgens de Amerikanen is er een oplossing voor het probleem, stikstof. Deze stof laat planten veel sneller groeien en zit dan ook in veel kunstmest verwerkt. Alleen is stikstof relatief duur, waardoor het in de Derde Wereld niet op grote schaal wordt gebruikt.

Maar het is beter dan de huidige methode voor landbouw die in arme landen wordt gebruikt. Daarbij trekken boeren steeds van lapje grond naar lapje grond; ze verbouwen daar een gewas tot de aarde is uitgeput. Zo gaat veel natuur verloren.
Stikstof heeft behalve de prijs nog een groot nadeel: het is slecht voor het milieu. Als het in water terecht komt, groeien algen daardoor tot gigantische proporties, waardoor hele meren bedekt raken en alle vissen sterven. Ook worden daardoor broeikasgassen geproduceerd.