De wereld van dinosauriëronderzoekers staat op zijn kop. Niet alleen hadden dino’s luizen, ze werden omringd door allerlei dieren die volgens de wetenschap nog lang niet leefden.
De prehistorie was tot nu toe altijd lekker overzichtelijk. Eerst had je de dinosauriërs. Die beheersten de aarde tot 65 miljoen jaar geleden ineens iets gebeurde, waardoor ze uitstierven. Dat iets was waarschijnlijk de inslag van een meteoriet nabij het huidige Mexico.
Omdat de dino’s verdwenen, kwam er ineens veel ruimte op aarde. Die werd ingenomen door allerlei nieuwe diersoorten, die via de evolutie tot stand kwamen. Zij evolueerden weer tot de duiven, mensen, karpers en huisvliegen die de aarde nu bevolken.
Zoals alle levende wezens hebben ook luizen DNA. Door het DNA van 69 verschillende luizensoorten te vergelijken, wisten de onderzoekers een ‘stamboom’ te maken. Zo konden ze ook berekenen wanneer al die verschillende luizensoorten een gemeenschappelijk voorvader hadden. Dat is meer dan 65 miljoen jaar geleden, want 100 miljoen jaar geleden waren er al vier verschillende hoofdsoorten van luizen.
Dat betekent dat er al luizen waren toen de dinosauriërs nog leefden. De onderzoekers sluiten niet uit dat de dino’s – vooral de gevederde soort – al luizen hadden.
Dinosauriërs en allerlei zoogdieren hebben dus samen over de aarde gelopen, is de conclusie. Niks harde knip tussen zoogdieren en dino’s, de vroege geschiedenis van de aarde is veel rommeliger dan voorheen gedacht. Een diersoort waarvan we overigens wel zeker weten dat ze er nog niet waren tijdens het tijdperk van de dinosauriërs zijn de mensen, die kwamen pas miljoenen jaren later om de hoek kijken.
Het complete onderzoek staat deze maand in het vakblad Biology Letters.