Nu natuurkundigen de tijd hebben gehad om het experiment van Cern te bestuderen waarbij een deeltje sneller bewoog dan het licht, begint er steeds meer kritiek te komen. Is het experiment wel goed uitgevoerd? Een van de criticasters is theoretisch natuurkundige Carlo Contaldi van Imperial College in Londen. Hij vraagt zich af of de tijdmeting wel goed is geweest.
Tijd is geen constante op aarde.
Op aarde bestaan subtiele zwaartekrachtverschillen, omdat verschillende gesteenten verschillende zwaartekracht veroorzaken. Kunnen die verschillen de schijnbare overschrijding van de snelheid van het licht hebben veroorzaakt?
Hij snapt niet dat het experiment van Cern is uitgevoerd als een éénrichtingsweg. Daardoor zijn er twee klokken – één in het zendstation in Zwitserland en één in het ontvangststation in Italië – die precies even snel moeten lopen. Met zwaartekrachtverschillen is dat bijna onmogelijk.
Hij stelt voor het experiment nog eens uit te voeren en de afgeschoten neutrino te weerkaatsen, terug naar het zendstation. Dan hoef je maar één klok te gebruiken voor het meten van de snelheid en kunnen zwaartekrachtverschillen geen rol spelen bij de tijdmeting.
Waarschijnlijk heeft Einstein dan weer gelijk: niets kan sneller dan het licht.