Bij een veiling in New York heeft het schilderij ‘De Schreeuw’ 120 miljoen dollar opgebracht. Daarmee past het in een trend.
Wat koopt de persoon die alles al heeft? Dure schilderijen, zo lijkt het. In de jaren tachtig ging het Japan economisch voor de wind. Eigenaren van bedrijven als Sony en Toshiba werden zo rijk dat ze niet goed wisten wat ze met hun geld aanmoesten.
Het gevolg was dat de schilderijen zo duur werden, dat niemand ze meer kon betalen, zelfs niet de Japanse miljardairs. Die hadden immers niemand die nog rijker was om de schilderijen aan te verkopen.
Een zelfde mechanisme lijkt nu aan het werk te zijn. De afgelopen tien jaren zijn recordprijzen betaald voor schilderijen.
Zeven van de tien duurste schilderijen ter wereld werden de afgelopen tien jaar verkocht, een teken dat de economie in het eerste decennium van de nieuwe eeuw hard groeide.
Gelet op de prijsstijgingen van schilderijen zijn er twee duidelijke winnaars als je hebt belegd in schilderijen: Pablo Picasso en Vincent van Gogh. Werken van beide schilders zijn afgelopen eeuw het vaakst van eigenaar gewisseld en hebben de snelste prijsstijging doorgemaakt. Beide schilders konden hun schilderijen tijdens hun leven vaak aan de straatstenen niet kwijt.